Mexico toont ons geen exotisch incident, maar een waarschuwingssignaal
Vandaag zagen we beelden uit Mexico: een fysieke confrontatie in een parlementaire vergadering over de afschaffing van een transparantie-instituut. Op het eerste gezicht lijkt dit ver weg van België. Dat is het niet.
De kern van het conflict was geen emotie, maar macht over geld: wie controleert budgetten, wie ziet uitgaven, wie legt verantwoording af. Wanneer transparantie wordt uitgehold en beslissingen loskomen te staan van zichtbare resultaten, escaleert debat — eerst inhoudelijk, later structureel.
België staat uiteraard niet op dat punt. Maar we delen wel een fundamenteel zwaktepunt: begrotingen worden hier vooral procedureel besproken, niet resultaatgericht. Veel debatten gaan over regels, bevoegdheden en bevoegdheidsconflicten, terwijl burgers nauwelijks zicht krijgen op:
- wat beleid concreet oplevert,
- welke projecten effectief renderen,
- waar belastinggeld structureel blijft hangen.
Zonder centrale, resultaatgerichte transparantie dreigt een toekomst waarin:
- begrotingsdiscussies zich blijven herhalen,
- verantwoordelijkheid diffuus wordt,
- en politieke spanningen toenemen zonder echte oplossingen.
Het contrast met Denemarken is scherp. Daar worden begrotingen gekoppeld aan meetbare doelstellingen, publieke dashboards en duidelijke verantwoording. Discussie gaat er minder over wie bevoegd is, en meer over wat werkt en wat niet.
De les uit Mexico is niet dat België geweld zal kennen in het parlement. De echte les is deze:
waar begrotingen worden besproken zonder helder inzicht in resultaten, verhardt het debat en verdwijnt vertrouwen.
Transparantie is geen bijkomstigheid van goed bestuur.
Het is de voorwaarde om begrotingen inhoudelijk te kunnen verdedigen — en om conflicten politiek op te lossen vóór ze structureel worden.
